• set·ne

setne, m /v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van seten

setne, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van seten


  • set·ne

setne

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het perfectieve werkwoord stít / setnout