• schuur·tje

het schuurtjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord schuur
     Mijn vrouw was daar in mijn afwezigheid al mee begonnen door ons schuurtje om te bouwen tot een B&B met eigen ingang.[1]
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be