schroefde vast
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schroef·de vast
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vastschroeven |
schroefde vast
- enkelvoud verleden tijd van vastschroeven
- Ik schroefde vast.
- Jij schroefde vast.
- Hij, zij, het schroefde vast.
- Ik schroefde vast.