schmierde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schmier·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
schmieren |
schmierde
- enkelvoud verleden tijd van schmieren
- Ik schmierde.
- Jij schmierde.
- Hij, zij, het schmierde.
- Ik schmierde.
vervoeging van |
---|
schmieren |
schmierde