schiemande
- Geluid: schiemande (hulp, bestand)
- schie·man·de
vervoeging van |
---|
schiemannen |
schiemande
- enkelvoud verleden tijd van schiemannen
- Ik schiemande.
- Jij schiemande.
- Hij, zij, het schiemande.
- Ik schiemande.
- Het woord schiemande staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.