schandmerkt
- Geluid: schandmerkt (hulp, bestand)
- schand·merkt
vervoeging van |
---|
schandmerken |
schandmerkt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schandmerken
- Jij schandmerkt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schandmerken
- Hij schandmerkt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van schandmerken
- Schandmerkt!
- Het woord schandmerkt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.