schaatst
- schaatst
vervoeging van |
---|
schaatsen |
schaatst
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schaatsen
- Jij schaatst.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schaatsen
- Hij schaatst.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van schaatsen
- Schaatst!
- Het woord schaatst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.