sanctioneert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sanc·ti·o·neert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
sanctioneren |
sanctioneert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sanctioneren
- Jij sanctioneert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sanctioneren
- Hij sanctioneert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van sanctioneren
- Sanctioneert!