samenscholingen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  samenscholingen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• sa·men·scho·lin·gen

Zelfstandig naamwoord

de samenscholingen mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord samenscholing

Gangbaarheid

• Het woord samenscholingen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.