• ru·mi·neert
vervoeging van
rumineren

rumineert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rumineren
    • Jij rumineert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rumineren
    • Hij rumineert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van rumineren
    • Rumineert!