routeerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: routeerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- rou·teer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
routeren |
routeerden
- meervoud verleden tijd van routeren
- Wij routeerden.
- Jullie routeerden.
- Zij routeerden.
- Wij routeerden.
Gangbaarheid
- Het woord routeerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.