roteerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ro·teer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
roteren |
roteerden
- meervoud verleden tijd van roteren
- Wij roteerden.
- Jullie roteerden.
- Zij roteerden.
- Wij roteerden.
- ▸ Ze moesten het materiaal dus verwarmen met vuur en bovendien een systeem bedenken om de stammen boven het vuur om te draaien op ongeveer dezelfde manier als zuiderlingen schapenlichamen boven open vuur roteerden.[1]
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142