ronkte door
- Geluid: ronkte door (hulp, bestand)
- ronk·te door
vervoeging van |
---|
doorronken |
ronkte door
- enkelvoud verleden tijd van doorronken
- Ik ronkte door.
- Jij ronkte door.
- Hij, zij, het ronkte door.
- Ik ronkte door.
vervoeging van |
---|
doorronken |
ronkte door