rondzwierven
- rond·zwier·ven
vervoeging van |
---|
rondzwerven |
rondzwierven
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van rondzwerven
- ...dat wij rondzwierven.
- ...dat jullie rondzwierven.
- ...dat zij rondzwierven.
- ...dat wij rondzwierven.
vervoeging van |
---|
rondzwerven |
rondzwierven