ritualistischers
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ri·tu·a·lis·ti·schers
Bijvoeglijk naamwoord
ritualistischers
- partitief van de vergrotende trap van ritualistisch
Gangbaarheid
- Het woord 'ritualistischers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.