reuzensabelantiloopje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • reu·zen·sa·bel·an·ti·loop·je

Zelfstandig naamwoord

het reuzensabelantiloopjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord reuzensabelantilope

Gangbaarheid