Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
resideert
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Werkwoord
Nederlands
Uitspraak
Geluid
:
resideert
(
hulp
,
bestand
)
Woordafbreking
re·si·deert
Werkwoord
vervoeging van
resideren
resideert
tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
resideren
Jij
resideert
.
derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
resideren
Hij
resideert
.
(
verouderd
)
gebiedende wijs meervoud van
resideren
Resideert
!