• re·or·ga·ni·seer
vervoeging van
reorganiseren

reorganiseer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van reorganiseren
    • Ik reorganiseer. 
  2. gebiedende wijs van reorganiseren
    • Reorganiseer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van reorganiseren
    • Reorganiseer je?