remixte
- re·mix·te
vervoeging van |
---|
remixen |
remixte
- enkelvoud verleden tijd van remixen
- Ik remixte.
- Jij remixte.
- Hij, zij, het remixte.
- Ik remixte.
- Het woord remixte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
remixen |
remixte