reisde na
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- reis·de na
Werkwoord
vervoeging van |
---|
nareizen |
reisde na
- enkelvoud verleden tijd van nareizen
- Ik reisde na.
- Jij reisde na.
- Hij, zij, het reisde na.
- Ik reisde na.
vervoeging van |
---|
nareizen |
reisde na