regulariseerde
- re·gu·la·ri·seer·de
vervoeging van |
---|
regulariseren |
regulariseerde
- enkelvoud verleden tijd van regulariseren
- Ik regulariseerde.
- Jij regulariseerde.
- Hij, zij, het regulariseerde.
- Ik regulariseerde.
- Het woord regulariseerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.