regentjes
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·gent·jes
Zelfstandig naamwoord
de regentjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord regent
Woordafbreking
- re·gen·tjes
Zelfstandig naamwoord
de regentjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord regen