• re·ga·le

regale

  1. verbogen vorm van de stellende trap van regaal


vervoeging van
regalar

regale

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van regalar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van regalar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van regalar