refracteer
- Geluid: refracteer (hulp, bestand)
- re·frac·teer
vervoeging van |
---|
refracteren |
refracteer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van refracteren
- Ik refracteer.
- gebiedende wijs van refracteren
- Refracteer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van refracteren
- Refracteer je?