reformistischers
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·for·mis·ti·schers
Bijvoeglijk naamwoord
reformistischers
- partitief van de vergrotende trap van reformistisch
Gangbaarheid
- Het woord 'reformistischers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.