• re·for·men

de reformenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord reform
71 % van de Nederlanders;
63 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


vervoeging van
reformar

reformen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van reformar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van reformar