redevoert
- re·de·voert
vervoeging van |
---|
redevoeren |
redevoert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van redevoeren
- Jij redevoert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van redevoeren
- Hij redevoert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van redevoeren
- Redevoert!
- Het woord redevoert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.