reciprozaagje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·ci·pro·zaag·je
Zelfstandig naamwoord
het reciprozaagje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord reciprozaag
Gangbaarheid
- Het woord 'reciprozaagje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.