Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·cher·cheert

Werkwoord

vervoeging van
rechercheren

rechercheert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rechercheren
    • Jij rechercheert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rechercheren
    • Hij rechercheert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van rechercheren
    • Rechercheert!