re-integreerde
- re-in·te·greer·de
vervoeging van |
---|
re-integreren |
re-integreerde
- enkelvoud verleden tijd van re-integreren
- Ik re-integreerde.
- Jij re-integreerde.
- Hij, zij, het re-integreerde.
- Ik re-integreerde.
- Het woord re-integreerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.