rauscht
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
Woordafbreking
- rauscht
Werkwoord
du rauscht
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van rausche
Werkwoord
er, sie es rauscht
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van rausche
Werkwoord
dihr rauscht
- tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van rausche (lokale variant)
Schrijfwijzen
- dihr rausche ww (lokale variant)
- dihr rauschet ww (lokale variant)
- ihr rausche ww (lokale variant)
- ihr rauscht ww (lokale variant)
- nihr rausche ww (lokale variant)
Werkwoord
ihr rauscht
- tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van rausche (lokale variant)
Schrijfwijzen
- dihr rausche ww (lokale variant)
- dihr rauscht ww (lokale variant)
- dihr rauschet ww (lokale variant)
- ihr rausche ww (lokale variant)
- nihr rausche ww (lokale variant)
Werkwoord
du rauscht
- derde persoon enkelvoud toekomende tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van rausche
Werkwoord
er, sie, es rauscht
- derde persoon enkelvoud toekomende tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van rausche
Werkwoord
dihr rauscht
- tweede persoon meervoud toekomende tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van rausche (lokale variant)
Schrijfwijzen
- dihr rausche ww (lokale variant)
- dihr rauschet ww (lokale variant)
- ihr rausche ww (lokale variant)
- ihr rauscht ww (lokale variant)
- nihr rausche ww (lokale variant)
Werkwoord
ihr rauscht
- tweede persoon meervoud toekomende tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van rausche (lokale variant)