• rap·ten
vervoeging van
rappen

rapten

  1. meervoud verleden tijd van rappen
    • Wij rapten. 
    • Jullie rapten. 
    • Zij rapten. 


vervoeging van
raptar

rapten

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van raptar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van raptar