rapporteerden
- rap·por·teer·den
vervoeging van |
---|
rapporteren |
rapporteerden
- meervoud verleden tijd van rapporteren
- Wij rapporteerden.
- Jullie rapporteerden.
- Zij rapporteerden.
- Wij rapporteerden.
- Het woord rapporteerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.