rapporteer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rapporteer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- rap·por·teer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rapporteren |
rapporteer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rapporteren
- Ik rapporteer.
- gebiedende wijs van rapporteren
- Rapporteer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rapporteren
- Rapporteer je?