raisonneerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rai·son·neer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
raisonneren |
raisonneerde
- enkelvoud verleden tijd van raisonneren
- Ik raisonneerde.
- Jij raisonneerde.
- Hij, zij, het raisonneerde.
- Ik raisonneerde.
vervoeging van |
---|
raisonneren |
raisonneerde