raffineer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- raf·fi·neer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
raffineren |
raffineer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van raffineren
- Ik raffineer.
- gebiedende wijs van raffineren
- Raffineer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van raffineren
- Raffineer je?