radiowekkers

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  radiowekkers    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ra·dio·wek·kers

Zelfstandig naamwoord

de radiowekkers mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord radiowekker

Gangbaarheid

• Het woord radiowekkers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.