rabbaði
- rab·ba·ði
rabbaði
- eerste persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs van rabba
rabbaði
- derde persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs van rabba
rabbaði
- eerste persoon enkelvoud verleden tijd aanvoegende wijs van rabba
rabbaði
- derde persoon enkelvoud verleden tijd aanvoegende wijs van rabba
- rab·ba·ði
rabbaði
- tegenwoordige tijd van rabba