• røm·te

rømte

  1. verleden tijd van rømme


  • røm·te
Naar frequentie 3626

rømte, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van rømt

rømte, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van rømt

rømte

  1. verleden tijd van rømme


  • røm·te

rømte, m /v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van rømt

rømte, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van rømt

rømte

  1. verleden tijd van rømme