• rå·der

råder

  1. tegenwoordige tijd van råde

råder, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van råd (betekenis [B])

råder, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van råd (betekenis [C])

råder, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van råde


  • rå·der

råder

  1. tegenwoordige tijd van råda

råder

  1. tegenwoordige tijd van råde

f, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van råd (betekenis [A])