quoteer
- quo·teer
vervoeging van |
---|
quoteren |
quoteer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van quoteren
- Ik quoteer.
- gebiedende wijs van quoteren
- Quoteer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van quoteren
- Quoteer je?
- Het woord quoteer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.