purgeert
- pur·geert
vervoeging van |
---|
purgeren |
purgeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van purgeren
- Jij purgeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van purgeren
- Hij purgeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van purgeren
- Purgeert!
- Het woord purgeert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.