enkelvoud meervoud
prostitute prostitutes

prostitute

  1. hoer, prostituee
vervoeging
onbepaalde wijs to  prostitute 
he/she/it  prostitutes 
verleden tijd  prostituted 
voltooid
deelwoord
 prostituted 
onvoltooid
deelwoord
 prostituting 
gebiedende wijs  prostitute 

prostitute

  1. wederkerend ~ oneself: zich aan prostitutie overgeven
    «She prostituted herself to support her drug habit.»
    Ze gaf zich over aan prostitutie om haar verslaving te bekostigen.