prospecteerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pros·pec·teer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
prospecteren |
prospecteerde
- enkelvoud verleden tijd van prospecteren
- Ik prospecteerde.
- Jij prospecteerde.
- Hij, zij, het prospecteerde.
- Ik prospecteerde.