proportioneerden
- pro·por·ti·o·neer·den
vervoeging van |
---|
proportioneren |
proportioneerden
- meervoud verleden tijd van proportioneren
- Wij proportioneerden.
- Jullie proportioneerden.
- Zij proportioneerden.
- Wij proportioneerden.
- Het woord proportioneerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.