proportioneer
- pro·por·ti·o·neer
vervoeging van |
---|
proportioneren |
proportioneer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van proportioneren
- Ik proportioneer.
- gebiedende wijs van proportioneren
- Proportioneer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van proportioneren
- Proportioneer je?
- Het woord proportioneer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.