• pri·sen

prisen, g

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van pris

prisen, g

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van prise


  • pri·sen
Naar frequentie 1795

prisen, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van pris

prisen, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van prise


  • pri·sen

prisen, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van pris