prioriteerde
- pri·o·ri·teer·de
vervoeging van |
---|
prioriteren |
prioriteerde
- enkelvoud verleden tijd van prioriteren
- Ik prioriteerde.
- Jij prioriteerde.
- Hij, zij, het prioriteerde.
- Ik prioriteerde.
- Het woord prioriteerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.