priegelden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: priegelden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- prie·gel·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
priegelen |
priegelden
- meervoud verleden tijd van priegelen
- Wij priegelden.
- Jullie priegelden.
- Zij priegelden.
- Wij priegelden.