presteer
- pres·teer
vervoeging van |
---|
presteren |
presteer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van presteren
- Ik presteer.
- gebiedende wijs van presteren
- Presteer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van presteren
- Presteer je?
- Het woord presteer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.